zaterdag 12 februari 2011

Verrijk je ELO met videocasuïstiek

Sinds de start van dit studiejaar zijn we met drie opleidingen en één studieroute academiebreed gestart met de ELO Blackboard. Vanzelfsprekend gaat het om een grote verandering voor studenten en (wellicht vooral voor) docenten.

We zijn nu een half jaar onderweg en je ziet dat de onderwijsteams de weg naar de ELO hebben gevonden. De eerste maanden gingen de vragen vooral over het plaatsen van mededelingen, het publiceren van studiehandleidingen en collegesheets. Sinds enkele weken is een toename in het aantal vragen naar de didactische mogelijkheden van Blackboard. Een goede ontwikkeling al zeg ik het zelf.

Bij het didactisch gebruik zie je dat de vragen zich vooral richten op de mogelijkheden van video. Het toevoegen van web-based filmpjes van bijvoorbeeld YouTube is dan ook het eerste waar docenten aan denken.
Daarbij richten zij zich - logischerwijs - eerst op de technische kant van het toevoegen van een filmpje (TPACK: Technological Knowledge). Echter, afhankelijk van de inhoud (TPACK: Content Knowledge) is het ook van groot belang na te denken over het doel van de video. Door vragen te stellen als: "Waarom is de video interessant?" of "Met welk doel laat je de video aan je studenten zien?" gaan docenten nadenken over het didactisch gebruik van de video  (TPACK: Pedagogical Knowledge).

Vanuit dit perspectief is het vervolgens belangrijk dat deze didactische focus wordt vertaald naar de wijze waarop de video binnen de ELO beschikbaar wordt gemaakt voor studenten. Uit onderzoek blijkt onder meer dat het 'simpelweg' publiceren van een video niet of nauwelijks leidt tot leren. Doordat de student veelal niet weet waarom de video interessant is, is de verwerking van de inhoud van de video veelal gefragmenteerd van aard. Dat komt doordat studenten zonder sturing de neiging hebben door de video te 'zappen'.

Door bij de video een kijkopdracht en/of kijkvraag te definiëren, focus je de aandacht van studenten. Uit onderzoek blijkt dat het toevoegen van sturing via een kijkopdracht/-vraag het 'zapgedrag' ontmoedigt. Met andere woorden, om video op een betekenisvolle wijze te gebruiken, is het aan te raden iedere video te voorzien van een kijkvraag, kijkopdracht en/of analysetaak. Dit geldt voor zowel de inhoudelijke verwerking als voor de eventuele koppeling tussen theorie en praktijk (als de video elementen uit de beroepspraktijk demonstreert).

Zie voor meer informatie:



1 opmerking:

  1. Je hebt volkomen gelijk, maar vroeger werd video ook gebruikt in het onderwijs. Ook toen moest de docent nadenken over het doel van de video. De video werd in de les vertoond en toegelicht waar nodig. Daardoor was voor de student het belang en het doel van de video helder. Nu komt er een link in de ELO-cursus en de student kan zelf de video bekijken. Om nu het doel van de video te bereiken zijn idd kijk-opdrachten nodig.

    BeantwoordenVerwijderen