Toetsing
Inhoudsopgave
- Voor- en nadelen open en gesloten vragen
- Tips voor het maken van open vragen
- Tips voor het maken van gesloten vragen
- Moeilijkheid en betrouwbaarheid van de toets
- Stappenplan voor het samenstellen van een toets
- Links
- Bronnen
Voor- en nadelen open en gesloten vragen
Open vragen | Gesloten vragen |
voordelen | voordelen |
|
|
nadelen | nadelen |
|
|
Tips voor het maken van open vragen
- Formuleer eerst normantwoord
- Formuleer de vraag.
- Voeg eventuele antwoordrestricties toe.
- Vemeld bij toets(deel)vraag het aantal te behalen punten aan.
- Aandachtspunten:
- Splits vraag in een informatie- en vraaggedeelte
- Formuleer vraag voorkeur positief (accentueer negatieve vraagstelling).
- Formuleer de vraag en/of opdracht zo concreet mogelijk
- Zorg ervoor dat de vraag taalkundig te begrijpen is voor de student (o.a. korte zinnen, vermijd overbodige) moeilijke woorden).
- Controle: Checklist controle open vragen
Tips voor het maken van gesloten vragen
- Formuleer stam
- Formuleer sleutel (goede alternatief)
- Formuleer afleiders (foute alternatief)
- Aantal toetsvragen in de toets (Gokkans: neemt af naarmate het aantal alternatieven groter is):
- vierkeuze: 40 vragen
- driekeuze: 60 vragen
- tweekeuze: 80 vragen
- Aandachtspunten:
- Formuleer vraag als directe vraag
- Stel een vraag in de stam (hele zin, afgesloten met vraagteken). Dus geen onvolledige zinnen die in de alternatieven moeten worden afgemaakt.
- Formuleer stam bij voorkeur positief (of accentueer negatieve formulering).
- Formuleer sleutel en afleiders in dezelfde stijl.
- Zorg dat alternatieven elkaar niet overlappen.
- Neem bij vragen met weglatingen, geen zinnen letterlijk over uit een leerboek.
- Controle: Checklist gesloten vragen
Moelijkheid en betrouwbaarheid van de toets
De moeilijkheidsgraad van een vraag is met de volgende formule vast te stellen:
P = | aantal studenten dat het juiste antwoord gaf |
totaal aantal studenten |
NB. zie normen p.waarden
Moeilijkheid en betrouwbaarheid van de toets
A = | aantal studenten dat afleider x heeft gekozen |
totaal aantal studenten |
Ideale A-waarde is: (1 - Pi) / aantal afleiders
Bij meerkeuzevragen mag de A-waarde van een alternatief niet groter zijn dan de P-waarde van de vraag, anders deugt de vraag niet. Het kan niet zo zijn dat een fout antwoord vaker wordt gekozen dan een goed antwoord, tenzij... in het onderwijs het betreffende onderwerp niet of niet goed aan de orde is geweest. Zie ook:
Stappenplan voor het samenstellen van een toets
De 10 stappen zijn (Bron: Universiteit Twente, P. Besnard (Eds.): zakboek toetsing)- Stel vast welke doelen toetsbaar zijn.
- Plaats deze doelen in een toetsmatrijs.
- Bepaal de vorm en lengte van de toets.
- Stel de toets samen.
- Bepaal de beoordelingscriteria en de normen.
- Leg de cesuur vast.
- Laat een collega de toets beoordelen of maken.
- Ontwerp aanvullende toetsen, hertoetsen en proeftoetsen.
- Schrijf instructies voor de student.
- Neem de toets af en evalueer de toets.
Links
- http://www.utwente.nl/mb/onderwijs/organisatie/onderwijsbeleid/toetsbeleid/job_aids_tb
- http://toetswijzer.kennisnet.nl/html/toetsenopschool/toetsenopschool.shtm
- http://toetsing.hum.uu.nl/
Bronnen
- Horst, H. ter. (Zoëzi) & Martens, R. (2014). Toetsen met gesloten vragen. Verkregen op 3 februari 2014, van http://www.utwente.nl/mb/onderwijs/organisatie/onderwijsbeleid/toetsbeleid. Enschede: Universiteit Twente.
- Moelands, H., Noijons, J. & Rem, J. (2014). Toetsen met gesloten vragen: een handleiding voor het construeren van toetsen met meerkeuzevragen. Verkregen op 3 februari , 2014, van http://toetswijzer.kennisnet.nl/html/literatuur/geslotenvragen.pdf. Arnhem: Cito.
- Noijons, J. (2011). Het construeren van toetsvragen. In. Sanders, P. (Ed.). Toetsen op School: studieboek over toetsen en examineren. Verkregen op 3 februari , 2014, van http://toetswijzer.kennisnet.nl/html/toetsenopschool/hoofdstuk6.pdf. Arnhem: Cito.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten